Grote kaardebol (Dipsacus fullonum)
De bloemhoofden zitten vol kleine paarse bloemetjes, die in het midden beginnen te bloeien. De bloei verplaatst zich daarna naar boven en naar beneden, waardoor twee bloeiende ringen ontstaan. De uitgebloeide bloemhoofden werden vroeger gebruikt om wol ruwer te maken, wat van groot commercieel belang was in de lakenindustrie.
Eukarioten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Bedektzadigen – ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen – Geavanceerde tweezaadlobbigen – Superasteriden – Asteriden – Euasteriden – Campanuliden – Dipsacales – Kamperfoeliefamilie – Dipsacoideae – Kaardebol


