Segrijnslak

Segrijnslak (Cornu aspersum)

Betekenis naam: Het woord segrijn betekent ‘leer van de huid van roggen en haaien’. Waarschijnlijk omdat de kleur van de slak daar aan doet denken. Segrijn is een verbastering van het Franse ‘chagrin’, dat afkomstig is van het Perzische ‘saghari’ dat paardenrug betekent. Het werd gebruikt voor ruwgemaakt paardenleer, maar werd later specifiek voor roggen- en haaienleer gebruikt. Het woord slak heeft waarschijnlijk te maken met de glibberige slijmerigheid. Vergelijk bijvoorbeeld het woord ‘slijk’.
Cornu is Latijn en betekent ‘hoorn’. Een cornu was een oude Romeinse koperen hoorn die onder andere in het leger gebruikt werd. Het instrument heeft een gebogen vorm, net als een slakkenhuis. Aspersum is ook Latijn en betekend ‘bespat’ en verwijst naar het gevlekte kleurpatroon.

Deze slakkensoort is van nature niet inheems in Nederland, maar komt uit Zuidwest-Europa. Al geruime tijd geleden heeft de slak zich verder over Europa verspreid, meestal meeliftend met planten en groente die door de mens verhandeld werden. De segrijnslak heeft een voorkeur voor fris, jong blad, en kan daardoor een plaag zijn in de tuin.

Eukaryoten – Unikonta – Obazoa – Opisthokonta – Holozoa – Filozoa – Dieren – Eumetazoa – ParaHoxozoa – Bilateria – Nephrozoa – Protostomia – Spiralia – Platytrochozoa – Lophotrochozoa – Weekdieren – Slakken – Heterobranchia – Euthyneura – Panpulmonata – Eupulmonata – Stylommatophora – Helicoidea – Tuinslakken – Helicinae – Otalini – Cornu

Plaats een reactie