
Gewone grootoorvleermuis (Plecotus auritus)
Betekenis naam: De gewone grootoorvleermuis dankt natuurlijk zijn naam aan zijn uitzonderlijk grote oren. We duiden hem aan met gewone omdat het de meest algemene grootoor is in ons taalgebied, en we zo het onderscheid maken met bijvoorbeeld de grijze grootoorvleermuis. Het woord vleer- betekent ‘vleugel’, vgl. het woord ‘vlerk’. Een andere route van herkomst kan zijn het wegvallen van de letter d uit het woord vledermuis, vgl. het Duitse woord ‘Fledermaus’. In vleder- herkennen we het woord ‘fladderen’. Een gevleugelde muis of een fladderende muis, dus.
De geslachtsnaam Plecotus is een samenvoeging van de Griekse woorden Plekto en Otus, wat respectievelijk ‘gekruld of opgekruld’, en ‘oor’ betekent. ‘Opgekrulde oren’ dus, naar het vermogen van dit geslacht om de oren in rust dicht te vouwen. Auritus komt uit het Latijn en betekent ‘met lange oren’.
Een vrij algemeen voorkomende vleermuis, die een kop-romp-lengte bereikt van 4 tot 5 cm. Daar bovenop komen nog de oren, die meestal driekwart van die lengte omvatten. Dankzij deze enorme gehoororganen hoeft de grootoorvleermuis niet enkel op echolocatie te vertrouwen. Hij kan zo goed horen, dat hij simpelweg de vleugelslag van een mot of mug al van afstand hoort.
Eukaryota – Unikonta – Obazoa – Opistokhonta – Holozoa – Filozoa – Dieren – Eumetazoa – ParaHoxozoa – Bilateria – Nephrozoa – Deuterostomia – Chordadieren – Olfactores – Gewervelden – Gnathostomata – Eugnathostomata – Teleostomi – Euteleostomi – Sarcopterygii – Rhipidistia – Tetrapodomorpha – Eotetrapodiformes – Elpistostegalia – Stegocephalia – Tetrapoda – Reptiliomorpha – Amniota – Synapsida – Eupelycosauria – Metopophora – Haptodontiformes – Sphenacomorpha – Sphenacodontia – Sphenacodontoidea – Therapsida – Eutherapsida – Neotherapsida – Theriodontia – Eutheriodontia – Cynodontia – Epicynodontia – Eucynodontia – Probainognathia – Prozostrodontia – Mammaliamorpha – Mammaliaforma – Zoogdieren – Holotheria – Trechnotheria – Cladotheria – Zatheria – Tribosphenida – Theria – Eutheria – Placentalia – Boreoeutheria – Laurasiatheria – Scrotifera – Vleermuizen – Yangochiroptera – Vespertilionoidea – Gladneuzen – Plecotini – Grootoorvleermuizen
