Gewone smalboktor (Stictoleptura rubra)
Betekenis naam: De herkomst van het woord tor is onduidelijk. Mogelijk komt het van het Middelnederduitse woord turren dat ‘gonzend rondvliegen’ betekent. De boktor dankt zijn naam aan de gelijkenis van de voelsprieten met de hoorns van een bok. Vermoedelijk danken smalboktorren hun naam aan hun slanke, smalle lijf. Deze soort wordt de gewone genoemd, omdat deze in onze contreien vrij algemeen is. Geslachtsnaam Stictoleptura is samengesteld uit het Griekse stiktos, dat ‘gestippeld’ betekent, en leptos dat ‘smal’ betekent. Nu is deze boktor niet gestippeld, maar veel andere boktorren wel. Rubra betekent ‘rood’.
Deze boktor heeft een duidelijke seksuele dimorfie. Op de foto zien we een vrouwtje, met een rode kleur. Het mannetje is meer lichtbruin, richting oker. De larven van boktorren (ook vaak houtwurmen genoemd) worden vaak als plaag gezien. Van de gewone smalboktor zul je geen last hebben. Die eet vooral beschimmeld naaldhout.
Eukaryoten – Opimoda – Podiata – Amorphea – Obazoa – Opisthokonta – Holozoa – Filozoa – Dieren – Eumetazoa – ParaHoxozoa – Bilateria – Nephrozoa – Protostomia – Ecydsozoa – Panarthropoda – Tactopoda – Geleedpotigen – Pancrustacea – Zespotigen – Insecten – Dicondylia – Pterygota – Metapterygota – Neoptera – Eumetabola – Endopterygota – Coleopterida – Kevers – Polyphaga – Cucujiformia – Phytophaga – Chrysomeloidea – Boktorren – Lepturinae – Lepturini – Stictoleptura

