Wilde Akelei (Aquilegia vulgaris)

Betekenis naam: Wild, om aan te geven dat dit de enige akelei is die in het wild in ons land voorkomt. Het woord akelei is afgeleid van de geslachtsnaam Aquilegia, dat gebaseerd is op het Latijnse aquila, dat ‘arend’ betekent. De hoekige, gekromde vormen in de bloem doen sommigen aan de klauwen van een arend denken. Vulgaris betekent gewoon. Deze soort was ten tijde van de naamgeving de bekendere en meest algemene van de akeleien.

Alleen in Zuid-Limburg als echte wilde plant te zien, maar ook daar is de akelei zeldzaam. In de rest van Nederland kom je hem ook wel eens tegen, maar dan gaat het om verwilderde planten. Akelei heeft een geneeskrachtige werking onder andere bij fistels, maar ook kruidenboeken raden aan dat alleen een arts dit mag voorschrijven. De akelei bevat het giftige blauwzuur en heeft een narcotische werking, wat dosering een lastige taak maakt.

Eukarioten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Bedektzadigen – ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen – Ranunculales – Rankonkelfamilie – Thalictroideae – Akelei