Blaassilene

Blaassilene (Silene vulgaris)

Betekenis naam: De naam silene zou afkomstig zijn van het Latijnse Silenus, een dronken metgezel van Bacchus. De vaak bolle kelk van de silene zou doen denken aan de beker waar Silenus uit dronk. Of, volgens anderen, aan de bolle buik van Silenus, die vaak als corpulente man werd afgebeeld op schilderijen. Het woord silene, en mogelijk ook de naam Silenus, zou ook van het Griekse sialon kunnen komen, dat ‘speeksel’ betekent. Dit vanwege het ‘spuug’ dat op onder andere de koekoeksbloem kan voorkomen, door de larve van de schuimcicade. We noemen dit de blaassilene, vawege de blaasvormige kelk, die nog prominenter is dan bij andere silene-soorten. Vulgaris betekent ‘gewoon’, om aan te geven dat dit een algemeen voorkomende soort is. Dit gaat echter meer op voor Zuid-Europa dan voor ons taalgebied.

De blaassilene komt redelijk algemeen voor, maar lang niet zo algemeen als bijvoorbeeld de dagkoekoeksbloem. De blaadjes en jonge scheuten zijn eetbaar, bijvoorbeeld in de salade, maar moeten wel voor de bloei geplukt worden. Om zeker te zijn van bestuiving, zit de nectar in de basis van de kelk, waardoor een insect diep naar binnen moet kruipen. Da’s voor hommels wat lastig, dus die bijten gewoon een gat in de kelk.

Eukarioten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Bedektzadigen – ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen’ – Geavanceerde tweezaadlobbigen – Superasteriden – Caryophyllales – Caryophyllineae – Anjerfamilie – Silenoideae – Silene –

Plaats een reactie