Grote knoflooktaailing

Grote knoflooktaailing (Mycetinis alliaceus)

Betekenis naam: Dit is de knoflooktaailing, omdat hij naar knoflook ruikt en smaakt. Taailingen danken hun naam aan het feit dat ze taaie rakkers zijn. Ze kunnen helemaal verdrogen, en bij vochtig weer herstellen ze zich weer en komt zelfs de sporenproductie weer op gang. Er zijn meer soorten knoflooktaailing, waar dit de grootste van is. Mycetinis komt van mycetes. Dit woord is modern Latijn, gebaseerd op het Griekse mukètes, het meervoud van mukès, wat ‘paddenstoel’ betekent. De soortnaam alliaceus verwijst naar het geslacht Allium, waar knoflook toebehoort. Het is afgeleid van het Griekse aglis, dat ‘knoflook’ betekent.

Deze paddenstoel behoorde lange tijd tot het geslacht Marasmius, in de sectie Alliacei. Sinds 2005 wordt het met een aantal andere soorten in een eigen geslacht geplaatst, en zelfs in een andere familie. De hoed is in principe eetbaar, maar heeft weinig voedingswaarde. Je zou het kunnen gebruiken om je maaltijd een knoflooksmaak te geven, zonder knoflook te gebruiken.

Eukaryoten – Unikonta – Obazoa – Opisthokonta – Holomycota – Zoosporia – Opisthosporidia – Schimmels – Dikarya – Basidiomycota – Agaricomycotina – Agaricomycetes – Agaricomycetidae – Agaricales Marasmioid clade – Omphalotaceae – Mycetinis

Plaats een reactie