Groot dooiermos (Xanthoria parietina)
Betekenis naam: De naam dooiermos komt doordat het organisme vaak een gelige kleur heeft. Het woord mos betekende oorspronkelijk ‘moerassige grond’ en is in betekenis later uitgebreid tot ‘veengrond’ en ‘plek waar veel mos groeit’. Deze vermenging van betekenissen komt voor in verschillende Germaanse talen, maar niet daarbuiten. Hierbij moet aangetekend worden dat groot dooiermos geen echt mos is, maar een korstmos (een symbiose tussen een schimmel en een alg of cyanobacterie). Xanthoria is afgeleid van het Griekse xanthos, dat ‘geel’ betekent. Parietina komt van het Latijnse paries, dat ‘muur’ betekent. Naast bomen groeit groot dooiermos ook prima op muren.
Een korstmos die algemeen in Nederland voorkomt en in tijden van luchtverontreiniging graag zijn gebied uitbreidt. De stikstofcrisis is niet goed voor de biodiversiteit, maar uiteraard zijn er soorten die er juist van profiteren. Het groot dooiermos is er zo eentje. Hij doet het uitstekend in de aanwezigheid van ammoniak en andere stikstofverbindingen. Qua ondergrond is hij ook niet kieskeurig. Je ziet hem vaak op boomschors of op dode takken, maar met hetzelfde gemak groeit hij op muren, beton of stoeptegels. Zelfs op asbest en niet al te druk asfalt is hij soms te vinden. De gele kleurstof in dooiermos werd vroeger wel gebruikt als verfstof.
Eukaryoten – Opimoda – Podiata – Amorphea – Obazoa – Opisthokonta – Holomycota – Zoosporia – Opisthosporidia – Schimmels – Eumycota – Symbiomycota – Dikarya – Ascomycota – Saccharomyceta – Pezizomycotina – Leotiomyceta – Dothideomyceta – Lecanoromycetes – OSLEUM clade – Lecanoromycetidae – Teloschistales – Teloschistineae – Teloschistaceae – Xanthoria

