Harslakzwam

Harslakzwam (Ganoderma resinaceum)

Betekenis naam: Lakzwammen danken hun naam aan de glanzende, lakachtige donkerbruine bovenkant van de hoed. Deze is echter vaak bedekt met een laag sporen, die kaneel- of cacaokleurig is. Ganoderma is een samenvoeging van de Griekse woorden ganos en derma, wat ‘glans’ en ‘huid’ betekent, en verwijst naar hetzelfde. Het woord zwam is verwant aan woorden als zomp en het Engelse swamp, gebruikt voor meerdere soorten zompige, sponzige dingen, en heeft een lange geschiedenis. We vinden ook in het Grieks somphos (‘sponzig’). Van oorsprong waarschijnlijk een klanknabootsend woord. 
De harslakzwam kenmerkt zich onder andere door een harsachtige vloeistof die vrijkomt bij beschadiging van jonge vruchtlichamen. Resinaceum betekent ook ‘harsig’.

De harslakzwam is een witrot veroorzakende parasitaire zwam die aan de voet van grote loofbomen groeit, voornamelijk eiken en beuken. Dit verzwakt de boom en als die is omgewaaid (of zoals op de foto omgezaagd), kan de zwam nog lange tijd sapotroof verder groeien op het dode hout.
Jonge zwammen hebben vaak een gele kleur, maar gaandeweg verkleurt dit tot een rode, bijna paarse tint. Oude exemplaren kunnen bijna zwart zijn. De lichte rand kan geel tot oranje verkleuren bij nat weer. Bij droogte is hij meer beige tot grijs.
De harslakzwam is niet eetbaar, vooral door de structuur. Wel bevat hij, net als veel gelijkende soorten, geneeskrachtige eigenschappen. De harslakzwam bevat stoffen met antibacteriële, antivirale en antitumorale eigenschappen. Ook wordt hij in de traditionele Chinese geneeskunst gebruikt.

Eukaryoten – Unikonta – Obazoa – Opisthokonta – Holomycota – Zoosporia – Opisthosporidia – Schimmels – Dikarya – Basidiomycota – Agaricomycotina – Agaricomycetes – Polyporales – Ganodermataceae – Lakzwammen

Plaats een reactie