Troskalknetje (Badhamia utricularis)
Betekenis naam: De vruchtlichamen van deze slijmzwam hangen in trosjes bij elkaar. Binnen het vruchtlichaam bevindt zich een vezelig net van buisjes gevuld met kalk. Dit is echter pas te zien met de microscoop. De geslachtsnaam Badhamia is een eerbetoon aan de Engelse mycoloog Charles David Badham. Utricularis is afgeleid van het Latijnse utriculus, dat ‘kleine zak of blaas’ betekent, vermoedelijk verwijzend naar de hangende bolletjes.
Het troskalknetje is een slijmzwam.
Een misleidende naam, want slijmzwammen zijn geen schimmels, maar leden van de groep Amoebozoa, oftewel amoebes. Vroeger werden ze wel tot de schimmels gerekend, en nu vaak voor het gemak nog steeds, maar ze worden nu gezien als een zustergroep van de Opisthokonta, waartoe alle dieren en schimmels behoren.
Het troskalknetje kent verschillende fases, waarin het organisme ook een ander uiterlijk kent. Je kunt het tegenkomen als een vormeloze gele slijmlaag op dood hout. Daarna vormt het vruchtlichamen die beginnen als helder gele trosjes. Pas later verkleuren die tot een blauwgrijze kleur.
Eukaryoten – Opimoda – Podiata – Amorphea – Amoebozoa – Conosa – Mycetozoa – Plasmodiale slijmzwammen – Myxomycetes – Columellomycetidae – Stemonitanae – Physarales – Physaraceae – Badhamia

