Langsprietregendaas (Haemotopota italica)
Betekenis naam: De langsprietregendaas heeft lange voelsprieten, in vergelijking met andere regendazen. We noemen dit regendazen omdat veel soorten extra actief zijn vlak voor of tijdens een regenbui. Het woord daas betekent ook ‘als een dolle heen en weer gaan’ en dit zou mogelijk de reden zijn voor de naamgeving. Een andere bron vermoedt Protogermaanse en Proto-Indo-Europese wortels. Het is daarbij echter opvallend dat het woord daas alleen in het Nederlands en Nederduitse dialecten voorkomt.
Haematopota is samengesteld uit de Griekse woorden haîma (‘bloed’) en pótës (‘drinken’) en betekent dus ‘bloeddrinker’. Italica verwijst naar Italië, waar de naamgever hem wellicht aantrof. De soort komt echter in grote delen van Europa voor.
De langsprietregendaas vliegt bij velden en in bossen. Zoals bij alle dazen drinken de vrouwtjes bloed, om eiwitten te verzamelen voor het leggen van eitjes. We zien deze daas vooral in het midden en oosten van het land, en zelden aan de kust. Kenmerkend zijn niet alleen de voelsprieten, maar ook het langgerekte lijf en de gevlekte vleugels.
Eukaryoten – Opimoda – Podiata – Amorphea – Obazoa – Opisthokonta – Holozoa – Filozoa – Dieren – Eumetazoa – ParaHoxozoa – Bilateria – Nephrozoa – Protostomia – Ecydsozoa – Panarthropoda – Tactopoda – Geleedpotigen – Pancrustacea – Zespotigen – Insecten – Dicondylia – Pterygota – Metapterygota – Neoptera – Eumetabola – Endopterygota – Panorpida – Antliophora – Tweevleugeligen – Vliegen – Tabanomorpha – Tabanoidea – Dazen – Tabaninae – Haematopotini – Haematopota

