Bijvoet

Bijvoet (Artemisia vulgaris)

Betekenis naam: De naam bijvoet is ontstaan uit het oude Hoogduitse woord biboz, later gespeld als bivuoz. Dit is een oud werkwoord dat ‘botsen’ of ‘stoten’ betekent. Het kruid werd fijngemalen en als specerij gebruikt. Artemisia is afgeleid van de Griekse godin Artemis, godin van de jacht, de wildernis en wilde dieren, de maan en van geboorte. Het woord vulgaris betekent ‘gewoon’ of ‘algemeen voorkomend’.

Bijvoet komt zeer algemeen voor en groeit vooral op braakliggend terrein en langs wegen. Het is een eetbare plant, maar vanwege de bittere smaak vroeger vooral als specerij of smaakmaker gebruikt. In de kruidengeneeskunde heeft bijvoet een groot aantal toepassingen, van depressie en epilepsie tot bronchitis en blauwe plekken. Tegelijkertijd is bijvoet een beruchte plant voor mensen met last van hooikoorts. In de zomer verspreidt de plant veel pollen.

Eukarioten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Bedektzadigen – ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen – Geavanceerde tweezaadlobbigen – Superasteriden – Asteriden – Campanuliden – Asterales – Composietenfamilie – Asteroideae – Asterodae – Anthemidae – Alsem

Plaats een reactie