Paardenbloem

Paardenbloem (Taraxacum officinale)

Betekenis naam: Het is niet echt bekend hoe de paardenbloem aan zijn naam komt. Volgens sommigen omdat paarden het graag eten, volgens anderen omdat paarden het juist laten staan. Paarden zelf lijken geen speciale voorkeur te hebben. Mogelijk gaat het om het woord paard om kracht uit te drukken (zoals in ‘zo sterk als een paard’), omdat de bloem onder veel moeilijke omstandigheden toch kan overleven. Taraxacum komt van het Griekse taraxa (‘darmstoornis’) en akon (‘geneesmiddel’). Een middeltje bij darmklachten dus. Officinale komt van het Latijnse officium, dat ‘werkplaats’ betekent. In plantkundige/geneeskundige context wordt hiermee de apotheek bedoeld. Hiermee wordt dus ook de geneeskrachtige werking aangeduid.

Op het oog één van de meest algemene en makkelijk herkenbare wilde bloemen. Botanisten onderscheiden echter diverse microsoorten en secties binnen deze soort. In Nederland komen al 250 verschillende microsoorten voor.
De paardenbloem is een goed eetbare plant. Voor het vee in de wei, voor je cavia of konijn, maar ook voor de mens zelf. Met name het jonge blad wordt als groente gegeten, vaak onder de naam molsla. Vroeger ging met in molshopen op zoek naar paardenbloembladen die, bedekt met grond, bleek waren geworden door gebrek aan licht. Die zouden beste smaak hebben. Ook heeft de plant diverse medicinale toepassingen, onder andere bij nierklachten, artritis en tegen puistjes.

Eukarioten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Bedektzadigen – ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen – Geavanceerde tweezaadlobbigen – Superasteriden – Asteriden – Campanuliden – Asterales – Composietenfamilie – Cichorioideae – Cichorieae – Crepidinae – Taraxacum

Plaats een reactie