Dromedaris (Camelus dromedarius)
Betekenis naam: Het woord dromedaris (en de soortnaam dromedarius) is afkomstig via het Latijnse dromas, van het Griekse dromás, dat ‘hardlopend’ betekent. Vandaag de dag gebruiken we soms de uitgang –droom als naam bijvoorbeeld voor een racebaan, bijvoorbeeld velodroom voor een wielerbaan. Het Hebreeuwse woord voor dromedaris was gâmâl, dat werd verbasterd tot kamêlos in het Grieks. Dit was de oorsprong voor de geslachtsnaam Camelus en ons woord kameel.
De dromedaris komt uitsluitend nog gedomesticeerd voor, of als verwilderde populaties van oorspronkelijk gedomesticeerde dieren. Dromedarissen werden zo’n 4000 jaar geleden voor het eerst door mensen gehouden, en hebben zich door toedoen van mensen van het Arabisch schiereiland verspreidt over Noord-Afrika en delen van Azië. Naast gebruik als lastdier, werd de dromedaris ook gehouden voor het vlees en de melk. In woestijngebieden zijn het praktische dieren om te houden. Niet alleen kunnen ze relatief lang zonder voedsel of water, ze zijn ook niet kieskeurig in wat ze eten. Ook dorre, verdroogde planten en planten vol stekels worden gegeten. Daarnaast zal een dromedaris een struik nooit kaal eten, waardoor de vegetatie zich ook altijd weer kan herstellen.
Eukaryota – Opimoda – Podiata – Amorphea – Obazoa – Opistokhonta – Holozoa – Filozoa – Dieren – Eumetazoa – ParaHoxozoa – Bilateria – Nephrozoa – Deuterostomia – Chordadieren – Olfactores – Gewervelden – Gnathostomata – Eugnathostomata – Teleostomi – Euteleostomi – Sarcopterygii – Rhipidistia – Tetrapodomorpha – Eotetrapodiformes – Elpistostegalia – Stegocephalia – Tetrapoda – Reptiliomorpha – Amniota – Synapsida – Eupelycosauria – Metopophora – Haptodontiformes – Sphenacomorpha – Sphenacodontia – Sphenacodontoidea – Therapsida – Eutherapsida – Neotherapsida – Theriodontia – Eutheriodontia – Cynodontia – Epicynodontia – Eucynodontia – Probainognathia – Prozostrodontia – Mammaliamorpha – Mammaliaforma – Zoogdieren – Holotheria – Trechnotheria – Cladotheria – Zatheria – Tribosphenida – Theria – Eutheria – Placentalia – Boreoeutheria – Laurasiatheria – Scrotifera – Ferungulata – Ungulata – Evenhoevigen – Tylopoda – Kameelachtigen – Camelinae – Camelini – Kamelen
