Roesje (Scoliopteryx libatrix)
Betekenis naam: Het woord roesje komt waarschijnlijk van ‘ruche’, als in de ruches aan een kledingstuk of gordijn, verwijzend naar de gekartelde achterkant van de vleugels. Een andere verklaring is dat het afkomstig is van roestje, of roestvlinder, en dat het een verwijzing is naar de kleur. De geslachtsnaam Scoliopteryx betekent ‘kartelvleugelig’, afkomstig van het Griekse skolion (‘krom’ of ‘gebogen’) en pteron (‘vleugel’). Libatrix is iemand die de goden eer brengt. Waarom die naam gekozen is door Linnaeus, is niet bekend.
Het roesje is een algemeen voorkomende nachtvlinder, die goed herkenbaar is. Niet alleen door de kartelvormige achterzijde van de vleugels, maar ook door de dubbele streep die over de vleugels loopt en de witte stippen op de vleugels en de poten. Het is een van de weinige nachtvlinders die als imago overwinteren. Zodra de winter nadert zoeken ze een beschutte plek. Ze trekken dan ook vaak huizen binnen. In de natuur overwinteren ze vaak op dezelfde plek als vleermuizen, wat opvallend is omdat dat hun grootste natuurlijke vijanden zijn.
Eukaryoten – Opimoda – Podiata – Amorphea – Obazoa – Opisthokonta – Holozoa – Filozoa – Dieren – Eumetazoa – ParaHoxozoa – Bilateria – Nephrozoa – Protostomia – Ecydsozoa – Panarthropoda – Tactopoda – Geleedpotigen – Pancrustacea – Zespotigen – Insecten – Dicondylia – Pterygota – Metapterygota – Neoptera – Eumetabola – Endopterygota – Panzygothoraca – Panorpida – Amphiesmenoptera – Vlinders – Glossata – Coelolepida – Myoglossata – Neolepidoptera – Heteroneura – Eulepidoptera – Ditrysia – Apoditrysia – Obtectomera – Macroheterocera – Noctuoidea – Spinneruilen – Scoliopteryginae – Scoliopterygini – Scoliopteryx
