Wilde peen (Daucus carota)

Betekenis naam: Het woord peen is eigenlijk een meervoudsvorm van het oude woord pee, dat wortel betekent. De precieze herkomst is onbekend. We noemen dit de wilde peen, omdat deze soort in het wild voorkomt. Daucus is via het Latijnse daucum afkomstig van het Griekse daûkon, dat ‘peen’ betekent. Carota komt van het Griekse karôton dat eveneens ‘peen’ betekent. Oorspronkelijk zou het ‘saffraankleurig’ hebben betekend. We herkennen hier ook het Engelse carrot in.

De wilde peen komt algemeen voor in Nederland. De wortel is niet oranje maar wit, wat dunner en veelal vertakt, maar de geur is onmiskenbaar die van worteltjes. In het midden van een scherm vol witte bloemen zit een enkel rood tot soms bijna zwart bloemetje. Er wordt wel eens gedacht dat dit is om insecten te lokken maar hier is weinig bewijs voor. Wellicht is het gewone een genetische quirk, een mutatie die geen nut heeft, maar ook geen nadeel.

Eukarioten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Bedektzadigen – ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen – Geavanceerde tweezaadlobbigen – Superasteriden – Asteriden – Euasteriden – Campanuliden – Apiales – Schermbloemenfamilie – Apioideae – Scandiceae – Daucinae – Daucus