Tasmaanse duivel (Sacrophilus harrisii)
Betekenis naam: De Tasmaanse duivel werd tot voor kort alleen aangetroffen in Tasmanië, maar is ook met een kleine populatie geherintroduceerd in Australië. De benaming duivel dankt het dier aan zijn vraatzucht en de enorme kracht van zijn beet. Sacrophilus is Latijn en betekent ‘vleesliefhebber’. Harrisii is een verwijzing naar George Harris die het dier voor het eerst beschreef. Toen het later correct werd geclassificeerd kreeg het als eerbetoon de naam harrisii mee.
Er is lange tijd veel op de Tasmaanse duivel gejaagd, omdat hij een bedreiging zou zijn voor vee en huisdieren. Ondanks dat zijn ze in grote delen van Tasmanië nog redelijk talrijk. Vanwege een vorm besmettelijke kanker zijn ze alsnog bedreigd. De dieren krijgen tumoren op hun snuit waardoor na verloop van tijd het bijten en eten steeds moeilijker wordt. Uniek voor zoogdieren is ontdekt dat de dieren onder deze evolutionaire druk steeds jonger geslachtsrijp worden.
Eukaryota – Opimoda – Podiata – Amorphea – Obazoa – Opisthokonta – Holozoa – Filozoa – Dieren – Eumetazoa – ParaHoxozoa – Bilateria – Nephrozoa – Deuterostomia – Chordadieren – Olfactores – Gewervelden – Gnathostomata – Eugnathostomata – Teleostomi – Euteleostomi – Sarcopterygii – Rhipidistia – Tetrapodomorpha – Eotetrapodiformes – Elpistostegalia – Stegocephalia – Tetrapoda – Reptiliomorpha – Amniota – Synapsida – Eupelycosauria – Metopophora – Haptodontiformes – Sphenacomorpha – Sphenacodontia – Sphenacodontoidea – Therapsida – Eutherapsida – Neotherapsida – Theriodontia – Eutheriodontia – Cynodontia – Epicynodontia – Eucynodontia – Probainognathia – Prozostrodontia – Mammaliamorpha – Mammaliaforma – Zoogdieren – Theriiformes – Holotheria – Trechnotheria – Cladotheria – Zatheria – Tribosphenida – Theria – Metatheria – Marsupialiformes – Buideldieren – Australidelphia – Eometatheria – Polyprotodontia – Roofbuideldieren – Echte roofbuideldieren – Dasyurinae – Dasyurini – Sarcophilus
