Gewone mijnspin

Gewone mijnspin (Atypus affinis)

Betekenis naam: De mijnspin dankt zijn naam aan de ondergronds gang waar hij verscholen zit terwijl hij wacht tot zijn prooi in de val loopt. Het woord spin komt van het werkwoord spinnen, als in een draad creëren uit losse vezels. Het woord spinnen is terug te vinden in Oudduits en Oudengels. We noemen dit de gewone mijnspin, want hoewel zeldzaam, is dit de meest algemene in ons taalgebied. De familie der mijnspinnen behoort tot de vogelspinachtigen, en worden ook wel atypische tarantula’s genoemd. Dit is de oorsprong van de geslachtsnaam Atypus. Het woord affinis betekent ‘gerelateerd aan’ of ‘gelijkend op’. De reden hiervoor is mij niet bekend.

De gewone mijnspin is niet alleen een zeldzame soort in Nederland, hij verlaat ook zelden zijn ondergrondse gang, dus je ziet hem ook niet vaak. Tijdens paringstijd trekken de mannetjes er op uit, op zoek naar een vrouwtje. Als een vrouwtje gewillig is, kruipt hij haar gang in. Na de paring wordt hij gedood en opgegeten. De jonge spinnetjes blijven na het uitkomen van de eieren in de zomer, nog bij moeder wonen tot het volgende voorjaar.

Eukaryoten – Opimoda – Podiata – Amorphea – Obazoa – Opisthokonta – Holozoa – Filozoa – Dieren – Eumetazoa – ParaHoxozoa – Bilateria – Nephrozoa – Protostomia – Ecydsozoa – Panarthropoda – Tactopoda – Geleedpotigen – Arachnomorpha – Chelicerata – Euchelicerata – Spinachtigen – Tetrapulmonata – Spinnen – Opisthothelae – Vogelspinachtigen – Atypoidea – Mijnspinnen – Atypus

Plaats een reactie