Westelijke laaglandgorilla (Gorilla gorilla gorilla)
Betekenis naam: De naam gorilla komt van de Carthaagse ontdekkingsreiziger Hanno de Zeevaarder, die een tocht langs de Atlantische kust van Afrika maakte. Onderweg kwam hij een wild, harig volk tegen, dat door zijn tolken gorillae werd genoemd. Het is onduidelijk of dit mensen, gorilla’s of chimpansees zijn geweest. Toen gorilla’s later wetenschappelijk beschreven werden, werd de naam gebaseerd op de reisverslagen van Hanno.
Westelijke laagland gorilla’s leven in rondtrekkende groepen die niet territoriaal zijn. Zowel mannetjes als vrouwtjes verlaten op een gegeven moment hun geboortegroep om zich elders aan te sluiten. De mannetjes maken daarbij vaak een solitaire periode door als vrijgezel.
Dieet: fruit, bladeren, scheuten, schors, soms insecten
Draagtijd: 9 maanden
Gewicht: mannetje: 135–175 kg, vrouwtje 53–104 kg
Habitat: westelijke Afrikaanse laagland regenwouden
Lengte: 1,50 – 1,67 meter
Levensverwachting: 50 – 60 jaar
Nestgrootte: 1 jong
Status: ernstig bedreigd
Verspreiding: westelijk Kongobekken, van Nigeria tot Kongo
Eukaryota – Opimoda – Podiata – Amorphea – Obazoa – Opistokhonta – Holozoa – Filozoa – Dieren – Eumetazoa – ParaHoxozoa – Bilateria – Nephrozoa – Deuterostomia – Chordadieren – Olfactores – Gewervelden – Gnathostomata – Eugnathostomata – Teleostomi – Euteleostomi – Sarcopterygii – Rhipidistia – Tetrapodomorpha – Eotetrapodiformes – Elpistostegalia – Stegocephalia – Tetrapoda – Reptiliomorpha – Amniota – Synapsida – Eupelycosauria – Metopophora – Haptodontiformes – Sphenacomorpha – Sphenacodontia – Sphenacodontoidea – Therapsida – Eutherapsida – Neotherapsida – Theriodontia – Eutheriodontia – Cynodontia – Epicynodontia – Eucynodontia – Probainognathia – Prozostrodontia – Mammaliamorpha – Mammaliaforma – Zoogdieren – Boreoeutheria – Euarchontoglires – Euarchonta – Primatomorpha – Pan-Primates – Primaten – Haplorhini – Apen – Smalneusapen – Mensapen – Mensachtigen – Homininae – Gorillini – Gorilla – Gorilla gorilla
Determinerik 