Armbloemig look (Allium paradoxum)
Betekenis naam: We noemen deze plant armbloemig vanwege de armoedige bloei: de plant creëert broedbolletjes met maar een enkel bloemetje er bij. Soms ontbreekt de bloei volledig. Varianten op het woord look komen in alle Germaanse talen voor, maar daarbuiten nauwelijks. Dat terwijl de bekendste looksoorten (ui, knoflook (garlic in het Engels) en prei (leek in het Engels) niet inheems waren in Noord-West Europa. Verdere herkomst is onduidelijk. De herkomst van geslachtsnaam Allium is ook onzeker. Mogelijk is het gebaseerd op het Latijnse woord olere wat ‘smaak’ of ‘geur’ betekent. Of misschien is het gebaseerd op het Griekse hallesthai, dat ‘springen’ betekent. Dit zou verwijzen naar de snelle, plotselinge groei, die deze planten kunnen laten zien. Volgens een andere theorie komt Allium van het Griekse aglis (‘knoflook’) dat ontstaan zou zijn uit glis, dat ‘rond’ of ‘krom’ betekent. Tot slot zou de bron het Keltische all kunnen zijn dat ‘scherp’ en ‘brandend’ betekent, verwijzend naar de smaak. Paradoxum betekend ‘vreemd’ of ‘afwijkend’, en slaat op de opvallende bloedvorm.
Armbloemig look komt in Nederland zeldzaam voor als stinsenplant, en komt oorspronkelijk uit de Kaukasus, Centraal-Azië en Iran. De bloem produceert een doosvrucht, maar in de praktijk bloeit hij zo weinig dat er geen zaadvormig is, maar haast de vermeerdering helemaal vegetatief via de broedbollen. Zowel de knolletjes als het blad en de bloemen zijn eetbaar. De smaak is iets scherper dan bieslook.
Eukaryoten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Bedektzadigen – Eenzaadlobbigen – Asparagales – ‘core’ Asparagales – Narcisfamilie – Allioideae – Allieae – Look




