Rupsenaaskever

Rupsenaaskever (Dendroxena quadrimaculata)

Betekenis naam: Aaskevers danken hun naam aan het feit dat veel soorten van aas (kadavers) leven. De rupsenaaskever is echter een roofdier en jaagt op rupsen. Het woord kever komt waarschijnlijk van het Middelhoogduitse këver of kevere, wat ‘kaak’ betekent. Dit woord werd gebruikt voor tal van insecten die aan landbouwgewassen knaagden, inclusief sprinkhanen en rupsen. De precieze betekenis van Dendroxena heb ik nog niet achterhaald, maar het heeft in ieder geval betrekking op ‘bomen’, waar de kever zich ophoudt. Quadrimaculata betekent ‘met vier vlekken’.

De rupsenaaskever leeft vooral in loofbossen, met een voorkeur voor eikenbomen. Hier houdt hij zich overdag verstopt, en ’s nachts jaagt hij op rupsen van nachtvlinders. Zo is hij een natuurlijke vijand van de beruchte eikenprocessierups. De vrouwtjes leggen eitjes op de grond, waar de kleine larven onder de grond jagen op de larven van andere insecten. Nog voor de winter transformeren ze tot een nieuwe generatie kevers, die ondergronds overwinteren.

Eukaryoten – Opimoda – Podiata – Amorphea – Obazoa – Opisthokonta – Holozoa – Filozoa – Dieren – Eumetazoa – ParaHoxozoa – Bilateria – Nephrozoa – Protostomia – Ecydsozoa – Panarthropoda – Tactopoda – Geleedpotigen – Pancrustacea – Zespotigen – Insecten – Dicondylia – Pterygota – Metapterygota – Neoptera – Eumetabola – Endopterygota – Coleopterida – Kevers Polyphaga – Staphyliniformia – Staphylinoidea – Aaskevers – Silphinae – Silphini – Dendroxena

Plaats een reactie