Gaai

Gaai (Garrulus glandarius)

Betekenis naam: Gaai komt van het Latijnse gaius (‘gaai’) en is waarschijnlijk net als kraai een klanknabootsend woord. Garrulus betekent ‘praatgraag’ omdat de vogel best luidruchtig kan zijn. Glandarius betekent zoveel als ‘met betrekking tot eikels’, omdat gaaien graag eikels lusten en die op tal van plaatsen in de grond verstoppen, en zo bijdragen aan het ontstaan van jonge eikenbomen.

De gaai komt bijna overal in Europa voor, en in gematigde streken in Azië tot in Japan. Ook is hij plaatselijk in Noord-Afrika aanwezig. De gaai is een echte standvogel die het hele jaar in hetzelfde gebied blijft. De soort is onderverdeeld in acht genetische groepen met in totaal 33 ondersoorten die ook uiterlijk van elkaar te onderscheiden zijn.

Eukaryoten – Opimoda – Podiata – Amorphea – Obazoa – Opisthokonta – Holozoa – Filozoa – Dieren – Eumetazoa – ParaHoxozoa – Bilateria – Nephrozoa – Nieuwmondigen – Chordadieren – Olfactores – Gewervelden – Gnathostomata – Eugnathostomata – Teleostomi – Euteleostomi – Sarcopterygii – Rhipidistia – Tetrapodomorpha – Eotetrapodiformes – Elpistostegalia – Stegocephalia – Viervoeters – Reptiliomorpha – Amniota – Sauropsida – Reptielen – Eureptilia – Romeriida – Diapsida – Neodiapsida – Sauria – Archosauromorpha – Crocopoda – Archosauriformes – Eucrocopoda – Crurotarsi – Archosauria – Avemetatarsalia – Ornithodira – Dinosauromorpha – Dinosauriformes – Dracohors – Dinosauria Saurischia – Eusaurischia – Theropoda – Neotheropoda – Averostra – Tetanurae – Orionides – Avetheropoda – Coelurosauria – Tyrannoraptora – Maniraptoromorpha – Neocoelurosauria – Maniraptoriformes – Maniraptora – Pennaraptora – Paraves – Eumaniraptora – Avialae – Euavialae – Avebrevicauda – Pygostylia – Ornithothoraces – Euornithes – Ornithuromorpha – Ornithurae – Vogels – Neognathae – Neoaves – Inopinaves – Telluraves – Australaves – Eufalconimorphae – Psittacopasserae – Zangvogels – Eupasseres – Passeri – Corvida – Corvoidea – Kraaien – Gaaien

Plaats een reactie