Gewone poelslak (Lymnaea stagnalis)
Betekenis naam: Poelslakken danken hun naam aan het feit dat ze in stilstaand zoet water leven, bijvoorbeeld in een poel. Het woord slak heeft waarschijnlijk te maken met de glibberige slijmerigheid. Vergelijk bijvoorbeeld het woord ‘slijk’. We noemen dit de gewone poelslak omdat deze het meest algemeen in ons taalgebied. Lymnaea komt van het Griekse limnaios dat iets in de zin van ‘van het moeras’ betekent. Stagnalis is Neo-Latijn en afgeleid van stāgnum en betekent ‘stilstaand water’.
De gewone poelslak leeft uitsluitend in stilstaand water, zoals vijvers, sloten en meren. Het huisje wordt maximaal zes centimeter lang. De slak is een longslak en haalt adem aan het wateroppervlak. Voor voedsel schraapt hij over de bodem en eet daar voornamelijk plantenresten, inclusief eventuele kleine diertjes die daar tussen zitten.
Eukaryoten – Opimoda – Podiata – Amorphea – Obazoa – Opisthokonta – Holozoa – Filozoa – Dieren – Eumetazoa – ParaHoxozoa – Bilateria – Nephrozoa – Protostomia – Spiralia – Platytrochozoa – Lophotrochozoa – Weekdieren – Slakken – Heterobranchia – Euthyneura – Hygrophila – Lymnaeoidea – Poelslakken – Lymnaeinae – Lymnaea

