Koevinkje (Aphantopus hyperantus)
Betekenis naam: Het koevinkje vliegt graag op graslanden, en is dus waarschijnlijk een vlinder die met de aanwezigheid van koeien werd geassocieerd. Er zijn meerdere soorten vlinder met de naam vink. Hoewel vink als vogelnaam waarschijnlijk een klanknabootsende oorsprong heeft, is hier waarschijnlijk sprake van een bredere betekenis, zoals ‘vliegend dier’. Aphantopus is samengesteld uit de woorden aphantos (‘onzichtbaar gemaakt’) en pous (‘voet’). Dit slaat op de gedegenereerde voorpoot, die kenmerkend is voor de gehele familie en niet alleen voor dit geslacht. Hyperantus komt uit de Griekse mythologie, en was een van de 50 zonen van Aegyptus, die met de 50 dochters van Danaus wilden trouwen. Verschillende namen uit dat verhaal zijn gebruikt om vlinders te benoemen.
Het koevinkje is een algemeen voorkomende vlinder, die in ons land vooral op zandgronden in het zuiden en oosten te vinden is, maar zich de laatste tijd ook in de duinen uitbreidt. Hij komt in grote delen van Europa voor en gematigde streken van Azië tot in China en Korea. Er worden diverse ondersoorten onderscheiden. De soort overwintert als rups en vliegt met één generatie in juli.
Eukaryoten – Opimoda – Podiata – Amorphea – Obazoa – Opisthokonta – Holozoa – Filozoa – Dieren – Eumetazoa – ParaHoxozoa – Bilateria – Nephrozoa – Protostomia – Ecydsozoa – Panarthropoda – Tactopoda – Geleedpotigen – Pancrustacea – Zespotigen – Insecten – Dicondylia – Pterygota – Metapterygota – Neoptera – Eumetabola – Endopterygota – Panzygothoraca – Panorpida – Amphiesmenoptera – Vlinders – Glossata – Coelolepida – Myoglossata – Neolepidoptera – Heteroneura – Eulepidoptera – Ditrysia – Apoditrysia – Obtectomera – Macrolepidoptera – Bombycina – Rhopalocera – Papilionoidea – Nymphalidae – Zandoogjes – Satyrini – Maniolina – Aphantopus


