Gewone vlier (Sambucus nigra)
Betekenis naam: De naam vlier komt van het onrustig heen en weer bewegen van de bladeren in de wind. Het woord is verwant aan vleer– en fladderen. We noemen dit de gewone vlier omdat het de meest algemene soort is in ons taalgebied. Sambucus komt van sambux, wat een rode verfstof is, verwijzend naar het rode sap van de vruchten. Nigra betekent ‘zwart’, wat de kleur is van de vruchten.
De gewone vlier is een algemeen voorkomende struik, die bekend is om zowel zijn bloesem als zijn bessen. De plant heeft een lange geschiedenis in de geneeskunde. Het werd voor allerlei zaken toegepast, vooral toen er nog geen antibiotica waren. Er wordt ook in de moderne geneeskunde nog onderzoek gedaan naar toepassingen van stoffen die in vlier aanwezig zijn. De bloeiwijzen hebben een heerlijke geur en kunnen verwerkt worden in gerechten of er wordt siroop van gemaakt. De bessen zijn licht giftig, maar na koken goed bruikbaar voor vruchtensap, jam, sterke drank en siroop.
Eukaryoten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Bedektzadigen – ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen – Geavanceerde tweezaadlobbigen – Superasteriden – Asteriden – Euasteriden – Campanuliden – Dipsacales – Muskuskruidfamilie


