Gewone tabaksplant

Gewone tabaksplant (Nicotiana tabacum)

Betekenis naam: De herkomst van het woord tabak (het genotsmiddel dat gemaakt wordt van deze plant) en het Latijnse tabacum is onzeker. Het kan ontleend zijn uit een Arawaktaal (een taalfamilie uit Zuid-Amerika en de Caraïben), van een woord waarmee een bepaald soort pijp werd aangeduid. De naam kan ook komen vanuit de focus op de wijd verbreide geneeskrachtige toepassing van het kruid. In dat geval komt het woord van het Arabische ṭabbāq, dat voor diverse geneeskrachtige planten werd gebruikt, en mogelijk ook voor deze plant. Nicotiana en de bekende werkzame stof nicotine zijn vernoemd naar Jean Nicot, een Franse gezant aan het Portugese hof. Hij had een grote rol in de verspreiding van het nieuw ontdekte kruid binnen de Europese adellijke kringen, waar het als geneeskrachtig middel bekend werd. We noemen dit de gewone tabaksplant, omdat dit (vanwege de toepassing en economische waarde) de meest algemene soort is.

De gewone tabaksplant is een eenjarig kruid dat geteeld wordt voor de productie van tabak. Het is een gecultiveerde plant, al duizenden jaren in gebruik, en waarschijnlijk een kruising van wilde Nicotiana-soorten. Ondanks deze oorsprong komt de plant ook wild (waarschijnlijk ooit verwilderd) voor in tropisch en subtropisch Amerika. De giftige en kankerverwekkende eigenschappen van tabak zijn tegenwoordig algemeen bekend. Daarnaast heeft de tabaksplant een lange geschiedenis als geneeskrachtig middel.

Eukaryoten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten Bedektzadigen – Mesangiospermae – ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen – Geavanceerde tweezaadlobbigen – Pentapetalae – Superasteriden – Asteriden – Euasteriden – Lamiiden – Solanales – Nachtschadefamilie – Nicotianoideae – Nicotianeae – Nicotiana

Plaats een reactie