Melganzenvoet

Melganzenvoet (Chenopodium album)

Betekenis naam: Ganzenvoet dankt zijn naam aan de vorm van de bladeren die aan de voetafdruk van een gans doet denken. Het zaad van melganzenvoet werd vroeger wel tot meel gemalen, wat we nog terugzien in het woordje mel-. Chenopodium komt van het Griekse chenos (‘gans’) en podion (‘voetje’). Album betekent ‘wit’, vermoedelijk verwijzend naar de witte waas die vaak over de bladeren lijkt te liggen.

Melganzenvoet is een pioniersplant die veel op omgewerkte grond te vinden. De grondsoort maakt daarbij niet zoveel uit, maar bij voedselrijke, stikstofrijke bodem voelt hij zich het prettigst en kan dan tot fors formaat uitgroeien. Planten van 2 meter hoog zijn dan geen uitzondering, terwijl het soms ook een klein stoepplantje blijft. Al in de prehistorie werd deze plant gegeten. Niet alleen werden de zaden tot meel gemalen, maar ook het blad kan als groente gegeten worden.

Eukaryoten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Bedektzadigen – ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen – Geavanceerde tweezaadlobbigen – Superasteriden – Caryophyllales – Caryophyllineae – Amarantenfamilie – Chenopodioideae – Ganzenvoet

Links:
Waarneming
Wikipedia
Wilde planten

Plaats een reactie