Boekweit (Fagopyrum esculentum)
Betekenis naam: De naam boekweit is samengesteld uit boek (‘beuk’) en weit (‘tarwe’), aangezien de zaadjes een alternatief zijn voor graan zoals tarwe en de vorm hebben van kleine beukennootjes. Dit zien we ook in de geslachtsnaam Fagopyrum dat is samengesteld uit Fagus (het geslacht van de beuk) en puros dat Grieks is voor ‘tarwe’. Esculentum betekent ‘lekker’, ‘voedzaam’ of ‘geschikt om te eten’.
Boekweit komt oorspronkelijk uit China en Tibet en is hier al lang geleden via de Zijderoute gekomen. Het wordt tegenwoordig minder verbouwd dan vroeger, maar lange tijd was het een prima alternatief voor en aanvulling op de diverse graansoorten die allemaal tot de grassenfamilie behoren. Tegenwoordig is boekweit nog gewild omdat het glutenvrij is. Het verwilderd gemakkelijk en is regelmatig te vinden in zadenmengsels met eenjarige bloemen. Desondanks krijgt de plant geen echte voet aan de grond in ons klimaat, omdat de winters vaak toch te koud zijn.
Eukaryoten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Bedektzadigen – Mesangiospermae – ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen – Geavanceerde tweezaadlobbigen – Pentapetalae – Superasteriden – Caryophyllales – Polygonineae – Duizendknoopfamilie – Polygonoideae – Fagopyreae – Fagopyrum



