Wijnstok

Wijnstok (Vitis vinifera)

Betekenis naam / etymologie: De wijnstok wordt in de volksmond ook wel druivelaar of simpelweg druif genoemd. Het woord druif begon in de late Middeleeuwen het gangbare woord wijnbes te vervangen en voert terug op het West-Germaanse *þrūban- dat ‘tros’ betekent. Wijn komt van het Latijnse vīnum, waarmee zowel de vrucht als de drank werd aangeduid. Er zijn diverse verwante woorden in andere talen, en waarschijnlijk voert het terug op Proto-Indo-Europese woorden als *ueih1*uoih1*uih1, wat mogelijk nog verder terug gaat naar een woord voor ‘draaien’ of ‘kronkelen’. Deze oerbetekenis komt van de draaiende groei van deze klimplant. Vitis komt via het Griekse oisus (een wilg-achtige plant) van het Proto-Indo-Europese *wéh₁itis, dat ‘dat wat draait of buigt’ betekent, vanwege de buigzame takken. Vinifera is Latijn en betekent ‘wijndragend’.

De wilde wijnstok komt oorspronkelijk uit de landen rondom de Middellandse Zee. Inmiddels heeft de plant, in gecultiveerde vorm, een wereldwijde verspreiding en bestaan er tussen de 5000 en 10.000 varianten. Slechts een klein deel daar van is echter van economisch belang en goed geschikt voor wijnproductie of consumptie.

Eukaryoten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Bedektzadigen – Mesangiospermae – ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen – Geavanceerde tweezaadlobbigen – Pentapetalae – Superrosiden – Rosiden – Vitales – Wijnstokfamilie – Vitoideae – Viteae – Vitis

Links:
Naturalis bioportal
Waarneming
Wikipedia

Plaats een reactie