Vlasbekje

Vlasbekje (Linaria vulgaris)

Betekenis naam / etymologie: Het woord bekje (ook wel leeuwenbekje) verwijst naar de vorm van de bloem, die doet denken aan een opengesperde muil, zeker als je hem een beetje indrukt. We noemen dit vlasbekje, omdat de plant voor de bloei sterk op vlas lijkt, ook al zijn deze planten niet nauw met elkaar verwant. Ook Linaria is een verwijzing naar vlas, want afgeleid van de geslachtsnaam Linum. Vulgaris betekent ‘gewoon’ of ‘algemeen voorkomend’.

Het vlasbekje komt algemeen voor in Nederland en is in grote delen van Europa en West-Azië te vinden. Ook in Oost-Azië en Noord- en Zuid-Amerika is de plant ingevoerd en komt hij inmiddels ingeburgerd voor. Het vlasbekje groeit met name op zandgrond en is vaak te vinden in bermen en ruigtes. De nectar ligt diep in de bloem en is eigenlijk alleen bereikbaar voor hommelsoorten met een lange tong. Vroeger werd de plant ook als geneesmiddel gebruikt, met name als vochtafdrijvend middel of laxeermiddel. De bloemetjes zijn eetbaar en bruikbaar als garnering.

Eukaryoten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Bedektzadigen – Mesangiospermae – ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen – Geavanceerde tweezaadlobbigen – Pentapetalae – Superasteriden – Asteriden – Euasteriden – Lamiiden – Lamiales – Weegbreefamilie – Antirrhineae – Vlasleeuwenbek