Oost-Indische kers

Oost-Indische kers (Tropaeolum majus)

Betekenis naam / etymologie: De Oost-Indische kers komt niet uit de Oost-Indische koloniën, maar uit het Andes-gebergte, met name Peru en Bolivia. De plant kwam echter naar ons land in de tijd dat ook veel specerijen via de VOC werden geïmporteerd, en men vond de smaak lijken op die van de Oosterse specerijen. Het woord kers heeft niet te maken met de kersenvrucht, maar werd voor diverse kruisbloemige planten met een scherpe smaak gebruikt, en leende zich ook goed om deze eetbare plant te beschrijven. In diverse talen vinden we varianten van kers of cres. De herkomst is onduidelijk. Mogelijk voert het terug op het Proto-Indo-Europese *gres- dat ‘vreten’ of ‘verslinden’ betekent. Tropaeolum is afgeleid van het Latijnse tropaeum, wat een met wapens behangen boom als teken van overwinning betekende. Dit omdat de vorm van de bladeren aan een wapenschild deed denken. Majus betekent ‘de grotere’, ter onderscheiding van soorten binnen het geslacht met kleiner blad en/of bloemen.

Oost-Indische kers is een eenjarige plant, die veelal kruipt of klimt. Hij komt adventief soms verwilderd voor, maar krijgt niet echt voet aan de grond in ons klimaat. Gezaaid in de tuin of moestuin is het een populaire plant. Vooral de eetbare bloemen zijn bekend, als garnering in salades, maar ook het blad en de zaden zijn eetbaar.

Eukaryoten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Bedektzadigen – ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen – Geavanceerde tweezaadlobbigen – Pentapetalae – Superrosiden – Rosiden – Eurosiden – MalvidenBrassicales – Klimkersfamilie – Klimkers

Links:
Naturalis bioportal
Verspreidingsatlas
Waarneming
Wikipedia

Plaats een reactie