Groene naaldaar

Groene naaldaar (Setaria viridis)

Betekenis naam / etymologie: Een aar is de bloeiwijze van een grassoort. Bij dit geslacht zit de aar vol borstelige haren, wat vermoedelijk de naam naaldaar verklaart. Deze soort heeft een kenmerkende kleur groen. Ook de wetenschappelijke soortnaam viridis betekent ‘groen’. Setaria is afgeleid van het Latijnse seta dat ‘borstel’ betekent.

Groene naaldaar staat te boek als een archeofyt: een plant die niet oorspronkelijk inheems is, maar al voor 1500 is ingeburgerd. Vermoedelijk is dit de wilde voorouder van trosgierst, dat al duizenden jaren geleden als graansoort werd veredeld. Tegenwoordig wordt die graansoort onder de naam vogelgierst voornamelijk nog gebruikt als vogelvoer. De wilde voorouder geldt op akkers voornamelijk als onkruid tussen het gewenste graan.

Eukaryoten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Bedektzadigen – Mesangiospermae – Eenzaadlobbigen – Commeliniden – Poales – Graminid clade – Grassenfamilie – PACMAD-clade – Panicoideae – Panicodae – Paniceae – Cenchrinae – Naaldaar

Links:
Naturalis bioportal
Verspreidingsatlas
Volkoomen
Waarneming
Wikipedia
Wilde planten

Plaats een reactie