Voorjaarsmestkever (Geotrupes vernalis)
Betekenis naam / etymologie: Mestkevers danken hun naam aan het feit dat ze van mest leven. Het woord kever komt waarschijnlijk van het Middelhoogduitse këver of kevere, wat ‘kaak’ betekent. Dit woord werd gebruikt voor tal van insecten die aan landbouwgewassen knaagden, inclusief sprinkhanen en rupsen. We noemen dit de voorjaarsmestkever omdat de larven onder de grond overwinteren, waarna ze als volwassen kevers in het voorjaar tevoorschijn komen. Geotrupes is Grieks en betekent ‘in de aarde borend’. Vernalis betekent ‘van de lente’, want ook al zijn deze kevers tot in oktober te zien in bossen en langs heidevelden, zoals gezegd komen ze in het voorjaar verpopt en wel uit hun schuilplaatsen tevoorschijn.
Deze grote zwarte kevers zie je regelmatig op zandpaden in bossen en lans heide, vooral als daar ook paarden lopen. Ze hebben vaak een metaalachtige blauwe of violette glans. Zowel de imago als de larve leeft van gedroogde mest van runderen en paarden. Deze kever wordt ook wel in het geslacht Trypocopris geplaatst. Trypocopris is naar ik meen samengesteld uit de Griekse woorden trypta (‘gat’) en kopros (‘mest’), aangezien deze kevers gaten graven in de grond, en hun larven ondergronds geboren laten worden, waar die zich kunnen voleten met mest die de volwassen kevers hebben klaargelegd.
Eukaryoten – Opimoda – Podiata – Amorphea – Obazoa – Opisthokonta – Holozoa – Filozoa – Dieren – Eumetazoa – ParaHoxozoa – Bilateria – Nephrozoa – Protostomia – Ecydsozoa – Panarthropoda – Tactopoda – Geleedpotigen – Pancrustacea – Zespotigen – Insecten – Dicondylia – Pterygota – Metapterygota – Neoptera – Eumetabola – Endopterygota – Coleopterida – Kevers – Polyphaga – Scarabaeiforma – Scarabaeoidea – Mesttorren – Geotrupinae – Geotrupes

