Spikkelplooiparasol (Leucocoprinus brebissonii)
Betekenis naam / etymologie: De naam van de spikkelplooiparasol is echt een omschrijving van het uiterlijk van deze paddenstoel. De zwam is parasolvormig, waarvan de hoed een geplooide structuur heeft en gespikkeld is. De naam Leucocoprinus is samengesteld uit het Griekse leukos (‘wit’) en het verwante geslacht Coprinus. De naam Coprinus betekent ‘vol mest’ of ‘levend op mest’, wat echter niet voor alle leden van dat geslacht geldt, en ook niet voor de afgeleide geslachten. Brebissonii is waarschijnlijk een eerbetoon aan de Franse natuuronderzoeker Louis Alphonse de Brébisson.
De spikkelplooiparasol komt algemeen voor in Nederland en is in grote delen van Europa en Noord-Amerika te vinden. Het is een tere paddenstoel waarvan de steel makkelijk breekt. Ook de hoed is zelden een gave ronde parasol, maar is vaak ingescheurd. Hij leeft saprotroof op de bodem van loofbossen met een rijke strooisellaag. Hij heeft een onopvallende geur en smaak en is vermoedelijk giftig.
Eukaryoten – Opimoda – Podiata – Amorphea – Obazoa – Opisthokonta – Holomycota – Zoosporia – Opisthosporidia – Schimmels – Eumycota – Symbiomycota – Dikarya – Basidiomycota – Agaricomycotina – Agaricomycetes – Agaricomycetidae – Agaricales – Agaricoid clade – Agaricaceae – Leucocoprinus

Links:
Naturalis bioportal
Nederlands soortenregister
Verspreidingsatlas
Waarneming
Wikipedia