Grote eikelboorder (Curculio venosus)
Betekenis naam / etymologie: De naam van de eikelboorder verwijst naar het feit dat de vrouwtjes een gaatje boren in eikels om daar hun eitjes te leggen. We noemen dit de grote eikelboorder, omdat hij relatief wat groter is dan sterk gelijkende soorten die ook op eiken leven. Curculio is het Latijnse woord voor ‘snuitkever’ en is terug te voeren naar het Proto-Indo-Germaanse *(s)ker- dat ‘draaien’, ‘krommen’ of ‘buigen’ betekent. Dit heeft mogelijk met de kromming in de lange snuit te maken. Venosus komt van het Latijnse vena, dat ‘ader’ betekent, verwijzend naar het geaderde uiterlijk, in vergelijking met verwante soorten.
Zoals veel snuitkevers, boort het vrouwtje een gaatje in de zaden van een plant. De grote eikelboorder doet dit uitsluitend bij bij eiken, maar gebruikt hier meerdere soorten van het eikengeslacht voor. De gaatjes tasten niet het embryo in de eikel aan, waardoor de eikel verder kan rijpen en het gat weer dichtgroeit, met de eitjes veilig er in. Zo kunnen de larven rustig de hele eikel van binnen leeg eten.
Eukaryoten – Opimoda – Podiata – Amorphea – Obazoa – Opisthokonta – Holozoa – Filozoa – Dieren – Eumetazoa – ParaHoxozoa – Bilateria – Nephrozoa – Protostomia – Ecydsozoa – Panarthropoda – Tactopoda – Geleedpotigen – Pancrustacea – Zespotigen – Insecten – Dicondylia – Pterygota – Metapterygota – Neoptera – Eumetabola – Endopterygota – Coleopterida – Kevers – Polyphaga – Cucujiformia – Phytophaga – Snuitkevers – Snuitkevers – Curculioninae – Curculio

Links:
Naturalis bioportal
Nederlands soortenregister
Waarneming
Wikipedia