Jeffreyden (Pinus jeffreyi)
Etymologie / betekenis naam: Het woord den komt in veel Germaanse talen voor, in diverse vormen, en voert wellicht terug op een Protogermaans woord voor ‘woud’ of ‘wildernis’. Pinus is het Latijnse woord voor ‘den’ en heeft mogelijk wortels in het Indo-Europese pīt, dat ‘hars’ betekent. De Jeffreyden is vernoemd naar de Schotse botanist John Jeffrey, die in de 19e eeuw door de VS reisde op zoek naar nog niet beschreven plantensoorten. Dit komt ook terug in de soortaanduiding jeffreyi.
De Jeffreyden komt vooral in Californië voor, maar is ook te vinden in delen van Noordwest-Mexico en delen van Nevada en Oregon. Het is een soort die vooral hoog in de bergen groeit, en daar bestand is tegen diverse stressvolle omstandigheden.
Eukaryoten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta –Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Naaktzadigen – Pinophtyta – Pinopsida – Coniferen – Dennenfamilie – Pinoideae – Den – Pinus subg. Pinus – Pinus sect. Trifoliae – Pinus subsect. Ponderosae


