Hulstvlieg (Phytomyza ilicis)
Etymologie / betekenis woord: Het woord vlieg werd vanouds gebruikt voor allerlei vliegende dieren. Het is verwant met woorden als vlucht en vleugel en voert terug op het Protogermaanse woord flugo. We noemen dit de hulstvlieg, omdat de larven mineren op de bladeren van de hulst. De geslachtsnaam Phytomyza is samengesteld uit de woorden phyto (van het Griekse phutón dat ‘plant’ betekent) en myza (van het Griekse muzáō dat ‘ik zuig’ betekent). De betekenis komt dus neer op ‘bladzuiger’. De soortaanduiding ilicis is afgeleid van de geslachtsnaam Ilex, behorend tot de hulstplant. Het woord was de Latijnse benaming voor de steeneik, waarvan de bladeren een oppervlakkige gelijkenis vertonen met hulst.
Op de foto zien we niet de vlieg zelf, maar de sporen die de larven achterlaten op het nieuwe blad van de hulst. De eitjes worden met behulp van een legboor in het voorjaar in het weefsel van het blad geplaatst. Dit is slechts gedurende een korte tijd mogelijk. Daarna is het blad van de hulst te taai en te dik. De volwassen vlieg komt eind mei-juni tevoorschijn.
Eukaryoten – Opimoda – Podiata – Amorphea – Obazoa – Opisthokonta – Holozoa – Filozoa – Dieren – Eumetazoa – ParaHoxozoa – Bilateria – Nephrozoa – Protostomia – Ecydsozoa – Panarthropoda – Tactopoda – Geleedpotigen – Pancrustacea – Zespotigen – Insecten – Dicondylia – Pterygota – Metapterygota – Neoptera – Eumetabola – Endopterygota – Panorpida – Antliophora – Tweevleugeligen – Vliegen – Muscomorpha – Eremoneura – Acalyptratae – Cyclorrhapha – Schizophora – Acalyptratae – Opomyzoidea – Mineervliegen – Phytomyzinae – Phytomyza

Links:
Naturalis bioportal
Nederlands soortenregister
Waarneming
Wikipedia