Betekenis naam: Bedektzadigen is een vertaling van de wetenschappelijke naam Angiospermae. De zaden van de planten liggen niet naakt, zoals de zaden in een kegel van een naaldboom, maar zijn ingebed in een vruchtbeginsel. Dit vruchtbeginsel vormt zich uit een bloem. Dit zijn dus ook alle bloeiende planten.

Alle bedektzadigen hebben bloemen, ook al zijn die onopvallend of niet voor de leek als zodanig herkenbaar, zoals bijvoorbeeld bij grassen en sommige loofbomen. De groep werd voorheen ook wel aangeduid als de Magnoliophyta of de Magnoliopsida.

Eukarioten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten

Bedektzadigen (Angiospermae)

• Basale bedektzadigen (Basal angiosperms, ANA-groep)
  • Nymphaeales
• Mesangiospermae (Core angiosperms)
  • ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen (Eudicots)
    • Ranunculales
    • Geavanceerde tweezaadlobbigen
      • Pentapetalae
        • Superasteriden
          • Caryophyllales
          • Asteriden
            • Cornales
            • Ericales
            • Euasteriden
              • Campanuliden
              • Lamiiden
        • Superrosiden
          • Saxifragales
          • Rosiden
            • Fabiden
              • COM clade
              • Stikstofbindende clade
            • Malviden
              • Brassicales
              • Geraniales
              • Malvales
              • Myrtales
              • Sapindales
  • Eenzaadlobbigen (Monocotyledons)
    • Alismatiden
      • Alismatales
    • Lilioiden
      • Asparagales
      • Liliales
    • Commeliniden
      • Commelinales
      • Poales