Betekenis naam / etymologie: Brassicales is afgeleid van het geslacht Brassica. De herkomst van dat woord is onbekend. Het is mogelijk ontleend aan het Proto-Keltische *bresic, dat ook ‘kool’ betekent. Volgens een andere hypothese komt het van het Latijnse woord praesecare (‘vroeg afsnijden’), verwijzend naar de oogst in de herfst, voor gebruik als voedsel in de winter.
Brassicales is een plantenorde die ongeveer 17 families omvat. Soms worden sommige families samengevat tot één familie, of juist niet, waardoor het precieze aantal kan variëren. Enkele van deze families zijn erg klein, met slechts enkele soorten.
Eukaryoten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Bedektzadigen – Mesangiospermae – ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen – Geavanceerde tweezaadlobbigen – Pentapetalae – Superrosiden – Rosiden – Eurosiden – Malviden
Brassicales
- Kruisbloemenfamilie (Brassicaceae)
- Arabideae
- Scheefkelk (Arabis)
- Erophila
- Brassiceae
- Kool (Brassica)
- Camelineae
- Arabidopsis
- Cardamineae
- Cochlearieae
- Cochlearia
- Iberideae
- Teesdalia
- Isatideae
- Isatis
- Sisymbrieae
- Sisymbrium
- Arabideae
- Resedafamilie (Resedaceae)
- Klimkersfamilie (Tropaeolaceae)
- Klimkers (Tropaeolum)














