Betekenis naam: Vernoemd naar de grote bremraap, die parasiteert op brem en daar een knol vormt op de wortels van de gastheer. De familienaam orobanchaceae komt van de geslachtsnaam Orobanche, dat samengesteld is uit de Griekse woorden orobos (“erwt” of “peulvrucht”) en agchein (“wurgen”). Ook dit verwijst naar de parasitaire aard van de bremraap. De bremstruik heeft peulvruchten en behoort tot dezelfde groep als de erwt.

Vroeger bestond deze familie enkel uit het geslacht Bremraap, maar op basis van moleculair onderzoek zijn vele andere soorten en geslachten inmiddels toegevoegd. Dit zijn vrijwel allemaal parasieten of halfparasieten.

Eukarioten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Bedektzadigen – ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen – Geavanceerde tweezaadlobbigen – Pentapetalae – Superasteriden – Asteriden – Euasteriden – Lamiiden  – Lamiales –

Bremraapfamilie (Orobanchaceae)

• Rhinantheae
  • Zwartkoren (Melampyrum)
    • Hengel (Melampyrum pratense)
  • Ratelaar (Rhinantus)
    • Grote ratelaar (Rhinantus angustifolius)