Betekenis naam: Conifeer betekent ‘kegeldragend’. De meeste bomen uit deze orde vormen kegels, waarin de zaden groeien.
Binnen de naaktzadigen de groep met alle naaldbomen, zoals dennen, sparren, ceders en cipressen. In het dagelijks spraakgebruik (en bij tuincentra) worden met ‘coniferen’ vaak planten uit de cipresfamilie bedoeld, hoewel die sinds kort vaak in een eigen orde worden ondergebracht. Er wordt ook wel van ‘pinales’ gesproken.
Eukaryoten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Naaktzadigen – Pinophyta – Pinopsida
Coniferales
- Cipresfamilie (Cupressaceae)
- Cunninghamioideae
- Cunninghamia
- Cupressoideae
- Chamaecyparis
- Sequoioideae
- Metasequoia
- Sequoiadendron
- Taxodioideae
- Cryptomeria
- Cunninghamioideae
- Dennenfamilie (Pinaceae)
- Abietoideae
- Zilverspar (Abies)
- Abies sect. Abies
- Abies sect. Nobilis
- Abies sect. Pseudopicea
- series Squamatae
- series Spectabilis
- Ceder (Cedrus)
- Hemlockspar (Tsuga)
- Zilverspar (Abies)
- Piceoideae
- Spar (Picea)
- Picea sect. Castica
- series Orientales
- Picea sect. Sitcha
- Picea sect. Castica
- Spar (Picea)
- Pinoideae
- Den (Pinus)
- Pinus subg. Pinus
- Pinus sect. Pinus
- Pinus subsect. Pinus
- Zwarte den (Pinus nigra)
- Pinus subsect. Pinus
- Pinus sect. Trifoliae
- Pinus subsect. Contorta
- Pinus subsect. Ponderosae
- Pinus sect. Pinus
- Pinus subg. Strobus
- Pinus sect. Quinquefoliae
- Pinus subsect. Strobus
- Pinus sect. Quinquefoliae
- Pinus subg. Pinus
- Den (Pinus)
- Abietoideae
- Sciadopityaceae
- Sciadopitys


















