Betekenis naam: Ficus is de Latijnse naam voor de vijg, de ficus-soort die in Zuid-Europa aanwezig was.
Ficus is een boeiend en divers geslacht met zo’n 750 verschillende soorten, die vrijwel allemaal tropisch zijn. Voor bestuiving is een ficus afhankelijk van een vijgenwesp. Iedere ficus-soort heeft zo zijn eigen gespecialiseerd wespje. Veel soorten hebben eetbare vruchten, die op de bekende vijgen na vaak alleen lokaal geoogst en gegeten worden.
Eukarioten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten (Viridiplantae) – Streptophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Bedektzadigen – ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen – Geavanceerde tweezaadlobbigen – Pentapetalae – Superrosiden – Rosiden – Eurosiden – Fabiden – Stikstofbindende clade – Rosales – Moerbeifamilie – Ficeae
Ficus
- Ficus subgenus Urostigma

