Betekenis naam: De naam zou mogelijk afkomstig zijn van het oude woord grans, dat “snavel” betekent, omdat de bloemblaadjes van sommige soorten wellicht op een snavel leken. De uitgang -erik is vergelijkbaar met -rijk en kan aanduiden dat een plant ergens veel voorkomt, of dat een bepaalde gelijkenis erg sterk is. De naam grans is mogelijk later de R verloren, toen men het woord grans vergeten was, en dacht dat het mogelijk met ganzen te maken had. Potentilla bevat het Latijnse potent, dat “krachtig” betekent, verwijzend naar de geneeskrachtige werking van sommige planten uit dit geslacht. -illa is een uitgang die er een verkleinwoord van maakt.
Een groot geslacht met ruim 300 soorten, waarvan er 13 in Nederland voorkomen. Er loopt nog veel onderzoek naar de samenstelling van dit geslacht. Sommige soorten werden vroeger tot Potentilla gerekend, maar hebben nu een eigen geslacht. Andersom is het goed mogelijk dat de aardbei, nu behorend tot het nauw verwante geslacht Fragaria, in de toekomst ook een ganzerik wordt.
Eukaryoten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Bedektzadigen – Mesangiospermae – ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen – Geavanceerde tweezaadlobbigen – Pentapetalae – Superrosiden – Rosiden – Eurosiden – Fabiden – Stikstofbindende clade – Rosales – Rozenfamilie – Rosoideae – Potentilleae – Potentillinae
Ganzerik (Potentilla)
- Zilverschoon (Potentilla anserina)
- Viltganzerik ( Potentilla argentea)
- Tormentil (Potentilla erecta)
- Schijnaardbei (Potentilla indica)
- Vijfvingerkruid (Potentilla reptans)
- Voorjaarsganzerik (Potentilla verna)





