Kleine katten

Betekenis naam: De oorsprong van het woord kat ligt in het Latijnse cattus (‘kat’). Dit woord raakt echter relatief laat in de geschiedenis in gebruik. Waarom dit zo is, en wat de verdere oorsprong van dit woord is, is onbekend. We noemen deze groep de kleine katten, omdat ze gemiddeld kleiner van formaat zijn dan de grote katten, de andere onderfamilie binnen de katachtigen.

De meeste kleine katten zijn relatief klein en de meeste grote katten zijn relatief groot. Toch zijn er ook grote kleine katten en kleine grote katten. Het echte verschil zit niet in het formaat maar in het tongbeen, dat bij de kleine katten geheel van been is gemaakt waardoor het strottenhoofd dicht bij de schedel wordt gehouden. Hierdoor kunnen kleine katten niet brullen, maar wel spinnen.

Eukaryota – Opimoda – Podiata – Amorphea – Obazoa – Opistokhonta – Holozoa – Filozoa – Dieren – Eumetazoa – ParaHoxozoa – Bilateria – Nephrozoa – Deuterostomia – Chordadieren – Olfactores – Gewervelden – Gnathostomata – Eugnathostomata – Teleostomi – Euteleostomi – Sarcopterygii – Rhipidistia – Tetrapodomorpha – Eotetrapodiformes – Elpistostegalia – Stegocephalia – Tetrapoda – Reptiliomorpha – Amniota – Synapsida – Eupelycosauria – Metopophora – Haptodontiformes – Sphenacomorpha – Sphenacodontia – Sphenacodontoidea – Therapsida – Eutherapsida – Neotherapsida – Theriodontia – Eutheriodontia – Cynodontia – Epicynodontia – Eucynodontia – Probainognathia – Prozostrodontia – Mammaliamorpha – Mammaliaforma – Zoogdieren – Holotheria – Trechnotheria – Cladotheria – Zatheria – Tribosphenida – Theria – Eutheria – Placentadieren – Boreoeutheria – Laurasiatheria – Scrotifera – Ferungulata – Ferae – Pan-Carnivora – Carnivoramorpha – Carnivoraformes – Roofdieren – Feliformia – Aeluroidea – Feloidea – Katachtigen

Kleine katten (Felinae)