Betekenis naam / etymologie: De lis is een inheemse plant uit het geslacht Iris en daarmee de naamgever voor de Nederlandse naam van de familie. Het woord lis heeft in Oud-Nederlands en verwante oude talen wat verwante woorden, die ook gebruikt werden voor andere oeverplanten zoals riet en lisdodde. Over de verdere herkomst bestaan wat hypotheses maar eigenlijk is dit niet bekend. De naam Iridaceae is afgeleid van het geslacht Iris, dat terugvoerd op het Griekse éris dat ‘regenboog’ betekent. Iris was ook de godin van de regenboog en vermoedelijk verwijst de naam naar de veelheid aan kleuren binnen dit geslacht.

Lissen, ook wel irissen, komen bijna wereldwijd voor. De familie is opgedeeld in 69 geslachten met in totaal zo’n 2500 verschillende soorten. Hieronder bevinden zich veel bekende gecultiveerde sierplanten zoals de krokus, de fresia en de gladiool. Een van de krokus-soorten brengt ook de specerij saffraan voort.

Eukaryoten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Bedektzadigen – Mesangiospermae – Eenzaadlobbigen – Asparagales 

Lissenfamilie (Iridaceae)

• Crocoideae
  • Freesieae
    • Crososmia
      • Crocosmia x crocosmiiflora
  • Ixieae
    • Krokus (Crocus)
      • Boerenkrokus (Crocus tommasinianus)

Links:
Waarneming
Wikipedia