Lupine

Betekenis naam / etymologie: De naam lupine en het geslacht Lupinus zijn afgeleid van het woord lupus, dat ‘wolf’ betekent. Mogelijk vanwege de giftigheid van sommige soorten. Volgens een andere verklaring komt de naam van de harige peulen, als de vacht van een wolf. Het kan ook zijn dat het woord wolf in denigrerende zin werd gebruikt, als in ‘een slechte kwaliteit bonen, alleen als veevoer geschikt’. Volgens nog een ander verhaal zouden lupines hun naam danken aan het idee dat ze “vraatzuchtig” de grond uitputten waar ze groeien. 

Lupine is een groot geslacht met zeker 200 soorten en talloze hybriden en cultivars. Veruit de meeste soorten vinden hun oorsprong in Noord- en Zuid-Amerika. Enkele soorten komen voor in Noord-Afrika en in het Middellandse Zeegebied. Wilde planten zijn altijd in meer of mindere mate giftig. Het zijn gecultiveerde planten die (na bewerking) geschikt zijn voor consumptie of voor gebruik als veevoer.

Eukaryoten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten – Bedektzadigen – Mesangiospermae – ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen – Geavanceerde tweezaadlobbigen – Pentapetalae – Superrosiden – Rosiden – Eurosiden – Fabiden – Stikstofbindende clade – Fabales – Vlinderbloemenfamilie – Faboideae – Meso-Papilionoideae – Genistoiden – Core genistoiden – Genisteae

Lupine (Lupinus)

Links:
Waarneming
Wikipedia