Betekenis naam / etymologie: De naaktzadigen hebben naakte zaadknoppen, die door de wind worden bestoven. Na bestuiving ontstaan er geen echte vruchten, maar liggen de zaden naakt. Gymnospermae betekent ook ‘naaktzadig’. Het woord is samengesteld uit de Griekse woorden gymnos (‘naakt’) en sperma (‘zaad’).
De naaktzadigen vormen een uiteenlopende groep planten, bij ons vooral bekend van de naaldbomen of coniferen, die geen eenduidige oorsprong heeft. De groep is gedefinieerd als alle zaadplanten die niet tot de bedektzadigen behoren.
Eukaryoten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten
Naaktzadigen (Gymnospermae)
- Ginkgophyta
- Ginkgoopsida
- Ginkgoales
- Ginkgoaceae
- Ginkgo
- Ginkgoaceae
- Ginkgoales
- Ginkgoopsida
- Pinophtyta
- Pinopsida
- Coniferen (Pinales / Coniferales)
- Dennenfamilie (Pinaceae)
- Abietoideae
- Zilverspar (Abies)
- Ceder (Cedrus)
- Hemlockspar (Tsuga)
- Piceoideae
- Pinoideae
- Abietoideae
- Dennenfamilie (Pinaceae)
- Cupressidae
- Araucariales
- Apenboomfamilie (Araucariaceae)
- Araucaria
- Apenboomfamilie (Araucariaceae)
- Cupressales
- Cipresfamilie (Cupressaceae)
- Cunninghamioideae
- Cunninghamia
- Cupressoideae
- Chamaecyparis
- Sequoioideae
- Metasequoia
- Sequoiadendron
- Taxodioideae
- Cryptomeria
- Cunninghamioideae
- Cipresfamilie (Cupressaceae)
- Araucariales
- Coniferen (Pinales / Coniferales)
- Pinopsida








Cunninghamia




Links:
Wikipedia