Okkernootfamilie

Betekenis naam: Het woord noot voert terug op het Protogermaanse hnut. Het woord okker komt via het Middennederlandse noker (dat gewoon ‘noot’ betekende) van het Latijnse nux, dat van dezelfde Protogermaanse stam hnut komt. Etymologisch hebben okker en noot dus dezelfde oorsprong. Daarom is de naam okkernoot eigenlijk dubbelop. De familienaam Juglandaceae komt van het geslacht Juglans (walnoot). Juglans is een samenvoeging van iovis (of iuppiter, ‘Jupiter’) en glans (‘eikel’). De ‘eikel van Jupiter’ dus. 

Een familie met 50 tot 60 boomsoorten, verspreid over ongeveer 10 geslachten. Geen enkele boom uit deze familie komt van nature voor in Nederland, maar met name de gewone walnoot is vaak aangeplant in tuinen en parken. In mindere mate kom je ook de zwarte walnoot en de kaukasische vleugelnoot wel tegen.

Eukaryoten – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten Bedektzadigen – Mesangiospermae – ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen – Geavanceerde tweezaadlobbigen – Pentapetalae – Superrosiden – Rosiden – Eurosiden – Fabiden – Stikstofbindende cladeFagales 

Okkernootfamilie (Juglandaceae)