Rosales

Etymologie / betekenis naam: Deze plantenorde vernoemd naar de het geslacht Rosa (roos). De naam roos is rechtstreeks terug te voeren naar het Latijnse rosa en heeft verwante woorden in alle Indo-Europese talen. Het heeft waarschijnlijk een nog oudere bron buiten deze taalgroep. De betekenis is altijd ‘roos’ geweest.

Naast de bekende roos en aanverwante soorten, omvat deze orde ook tal van andere, zeer uiteenlopende planten, van de brandnetel tot de iep.

Eukaryoten – Diaphoretickes – Archaeplastida – Planten – Streptophyta – Phragmoplastophyta – Landplanten – Polysporangiophyta – Vaatplanten – Euphyllophyta – Zaadplanten Bedektzadigen – Mesangiospermae – ‘nieuwe’ Tweezaadlobbigen – Geavanceerde tweezaadlobbigen – Pentapetalae – Superrosiden – Rosiden – Eurosiden – Fabiden – Stikstofbindende clade

Rosales

  • Urticaleaanse rosiden
    • Hennepfamilie (Cannabaceae)
      • Humulus
    • Moerbeifamilie (Moraceae)
    • Brandnetelfamilie (Urticadeae)
      • Brandnetel (Urtica)
      • Elatostemateae
        • Pilea
  • Duindoornfamilie (Eleagnaceae)
    • Eleagnus
  • Wegedoornfamilie (Rhamnaceae)
    • Rhamneae
      • Frangula

Links:
Wikipedia