Salamanders

Betekenis naam: Het woord salamander was oorspronkelijk voorbehouden aan de vuursalamander (Salamandra salamandra). De naam was afkomstig van een mythisch wezen dat slang- of hagedisachtig was en in het vuur leefde. In het Grieks en Latijn is het woord salamandra met een waarschijnlijke oorsprong in het Perzische sām – andarūn, dat ‘vuur van binnen’ betekent. Urodela is modern Latijn en gebaseerd op de Griekse woorden ourá (‘staart’) en dêlos (‘opvallend’ of ‘duidelijk’). Nu zijn er wel meer dieren met een opvallende staart, maar binnen de amfibieën hebben bijvoorbeeld kikkers in hun volwassen fase geen staart meer.

Salamanders zijn amfibieën met een hagedisachtig uiterlijk. Zoals alle amfibieën hebben ze een larvale fase waarbij ze in het water leven. Onder de volwassen salamanders zijn er soorten die vooral in het water blijven, maar ook soorten die op het land leven. De meeste salamanders hebben in die fase longen ontwikkeld, maar allemaal gebruiken ze ook hun huid voor ademhaling. Die dient daarom te allen tijde vochtig te zijn. Om roofdieren af te weren heeft hun slijmerige huid soms een uitgesproken vieze smaak. Bij sommige soorten is de slijmlaag giftig.

Eukaryota – Opimoda – Podiata – Amorphea – Obazoa – Opisthokonta – Holozoa – Filozoa – Dieren – Eumetazoa – ParaHoxozoa – Bilateria – Nephrozoa – Deuterostomia – Chordadieren – Olfactores – Gewervelden – Gnathostomata – Eugnathostomata – Teleostomi – Euteleostomi – Sarcopterygii – Rhipidistia – Tetrapodomorpha – Eotetrapodiformes – Elpistostegalia – Stegocephalia – Viervoeters – Batrachomorpha – Amfibieën – Lissamphibia – Batrachia – Caudata

Salamanders (Urodela)